Plauen 1989: Moedige burgers staan tegenover het regime en veranderen alles!
Ontdek hoe moedige mensen uit Plauen in 1989 het verzet tegen het DDR-regime begonnen en aan de verandering bijdroegen.

Plauen 1989: Moedige burgers staan tegenover het regime en veranderen alles!
Op 7 oktober 1989, een noodlottige dag in de geschiedenis van de DDR, verzamelden tussen de 10.000 en 15.000 mensen zich in de straten van Plauen om te protesteren tegen het onderdrukkende regime. Het was de eerste grote demonstratie in de DDR en daarmee een teken van het begin van verandering. Dit was vooral opmerkelijk omdat een groot deel van de bevolking de moed had om naar voren te komen, ondanks de brutale repressie van de autoriteiten. Luidruchtig Coolis Dit was de grootste demonstratie in Plauen sinds de opstand in juni 1953.
De stemming in de stad was gespannen. Op dezelfde dag ontving de Volkspolitie het bevel geweld te gebruiken tegen het vreedzame volk. Dit was geen gemakkelijke beslissing omdat de veiligheidstroepen hun eigen zorgen hadden. Het hoofd van de vrijwillige brandweer, Gerold Knie, en het hoofd van de beroepsbrandweer weigerden aanvankelijk dit bevel uit te voeren. Niettemin nam de politieleiding het bevel over en vaardigde het operationele bevel uit, wat de gezondheidsveiligheid van veel burgers in gevaar bracht. De volgende dag schreven Knie en vier andere brandweerlieden een protestbrief aan de gemeenteraad waarin ze het probleem aan de kaak stelden.
Opstanden en eerste stappen naar vrijheid
7 oktober was niet de eerste uiting van verzet in de regio. Al in mei 1989 documenteerden verkiezingswaarnemers massale kiezersfraude bij lokale verkiezingen. De ontevredenheid groeide. Op 4 en 5 oktober reden treinen met ambassadevluchtelingen uit Praag door Plauen; de stad was al gespannen en het treinstation was afgesloten. Deze gebeurtenissen maakten duidelijk dat burgers hun woede niet langer wilden onderdrukken.
Het Plauen New Forum, een organisatie die pleitte voor verandering in de DDR, zou op 5 oktober worden opgericht, maar in plaats daarvan werd een vredesdienst gehouden. Historische spandoeken met eisen als “Vrijheid van reizen – Vrijheid van meningsuiting – Persvrijheid” sierden de demonstraties. De deelnemers werden echter niet zomaar weggejaagd. De politie probeerde tevergeefs de menigte met waterkanonnen en een helikopter uiteen te drijven. Het volk hield stand en bleef vreedzaam, ook al hadden de staatsorganen moeite om de controle te behouden.
De erfenis van Plauen
De protesten die in Plauen begonnen, waren baanbrekend voor de hele DDR. Talrijke andere rapporten, zoals deze, melden dit ook Wikipedia-pagina dat de stad wordt beschouwd als een pionier op het gebied van verandering. Vanaf 7 oktober 1989 tot aan de verkiezingen op 18 maart 1990 vonden er elke zaterdag demonstraties plaats in Plauen, waaraan ook mensen uit de omgeving deelnamen. Het hoofdkwartier van de Stasi en de districtskantoren van de SED werden vaak gepasseerd, waardoor de druk op de regering verder werd vergroot.
Traditioneel waren revolutionaire gebeurtenissen in de DDR, zoals de eerste maandagdemonstratie in Leipzig op 4 september 1989, onderdeel van een groter verzet. Zonder deze protesten was het vreedzame einde van het regime in de DDR misschien niet mogelijk geweest. Terwijl mensen in Leipzig en andere steden opriepen tot hervormingen en democratisering, waren de demonstranten in Plauen er net zo van overtuigd dat verandering noodzakelijk was. Dit werd uiteindelijk bevestigd op 9 november 1989, de dag dat de Berlijnse Muur viel.
De verandering was een collectief werk van moed van individuen die opkwamen voor hun overtuigingen. Deze erfenis werd geëerd met de oprichting van een herenigingsmonument op 7 oktober 2010, en de herinneringen aan deze belangrijke dagen leven voort. De vreedzame revolutie in Plauen blijft een bemoedigend voorbeeld van de moed om te veranderen en het onvoorwaardelijke geloof in vrijheid, evenals de Federaal Agentschap voor Burgereducatie uitgelegd.